Gebied en soorten
Runde is een klein eiland aan de westkust van Noorwegen, bekend als het ‘vogeleiland’ van het land. Jaarlijks broeden er zo’n half miljoen zeevogels, waarvan de papegaaiduiker (Puffin) voor veel mensen de grootste trekpleister is. Deze zijn aanwezig van eind april tot begin augustus. De beste tijd om ze te zien is in de vroege ochtend of avond; overdag zijn ze vaak op zee om voedsel te zoeken.
Naast papegaaiduikers vind je er ook jan-van-genten, zeekoeten, alken en drieteenmeeuwen op de steile kliffen. In het voorjaar kun je bovendien kuifaalscholvers tegenkomen. Op de vlaktes van het eiland zijn geregeld grote jagers te zien, die – zeker als ze jongen hebben – vrij nadrukkelijk aanwezig zijn. Verder kan je in het voorjaar onder andere rekenen op tjiftjaf, fitis, frater, tapuit, beflijster en als je geluk hebt zie je tussen de begroeiing langs het pad een watersnip. Verder kan je rondom het eiland er ook kleine jagers vinden, vliegen er ook regelmatig raven langs de rotshellingen en broeden er op het eiland 3 koppeltjes zeearenden. In de omliggende wateren worden soms zeehonden en bruinvissen gespot.

Wat neem je mee aan lenzen?
Een zoom- of telelens is eigenlijk onmisbaar op Runde. Vanaf 200mm kun je al goed uit de voeten; de vogels komen soms verrassend dichtbij. Zelf had ik een 100-400mm bij me, en dat bleek in de praktijk ideaal. De meeste foto's die ik hier maakte, zijn genomen op 400mm.

Omdat ik al veel telebeelden had gemaakt, wilde ik ook iets anders proberen. Dus nam ik m’n groothoeklens (13mm Viltrox 1.4) mee, in de hoop dat een puffin écht dichtbij zou komen. Elke avond rond een uur of acht keren duizenden papegaaiduikers terug naar de kliffen. Ze vliegen onhandig rond, zoeken hun nestplek en laten zich – als je geluk hebt – heel dicht benaderen.
Met de groothoeklens op burststand en de scherpstelling op een vaste plek, heb ik een tijdje gewacht. Na zo’n 45 minuten landde er eindelijk eentje precies voor me. Ongemakkelijke houding, maar het resultaat maakte dat meer dan goed.

Toegankelijkheid
Runde is verbonden met het vasteland via een brug en vanuit Ålesund binnen ongeveer twee uur te bereiken met de auto. De rit ernaartoe is al de moeite waard, met uitzichten over fjorden en rotskusten. Op het eiland zelf zijn verschillende gemarkeerde wandelpaden. Voor de mooiste uitkijkpunten moet je wel wat stijgen, dus stevige schoenen zijn aan te raden.
Excursies en activiteiten
Er zijn verschillende excursies te boeken, zoals boottochten rond het eiland. Daarbij vaar je onder de vogelkliffen door – vaak onder jan-van-genten en papegaaiduikers. Vergeet niet een pet of capuchon mee te nemen. Ook worden er wandelingen met gids georganiseerd, onder andere via het Runde Miljøsenter (Environmental Centre), waarbij je meer leert over de vogels en het ecosysteem van het eiland.

Fotografie-hotspots
Voor fotografen is vooral de westkant van het eiland interessant. De kliffen daar vangen het laatste licht van de dag, en dat is ook precies wanneer veel vogels terugkeren naar hun nestplekken. Rondom Lundeura, het papegaaiduikerbroedgebied, heb je veel kans op goede opnames – zolang je op de paden blijft en afstand bewaart. Met een beetje geduld kun je hier ook zonder telelens mooie resultaten behalen.

Zelf op pad
De wandelroute naar de klifrand is goed begaanbaar, al is het laatste stuk wat steiler. Boven wacht je een uitzicht over zee én duizenden vogels die rond de rotswanden cirkelen. ’s Avonds en in de schemering is het licht mooi en zijn de papegaaiduikers het actiefst. Blijf altijd op de gemarkeerde paden en respecteer de rust van de vogels.

Vogeleiland Runde – een Noorse parel voor natuurfotografen
Runde, ook wel bekend als het ‘vogeleiland van Noorwegen’, is een klein eiland aan de westkust, waar jaarlijks zo’n half miljoen zeevogels broeden.
step 1
Image retouching

